1: Neem eens een andere kleur.
Dit is niet de meest effectieve tip, omdat kleur meestal niet zo belangrijk is als actie of vorm, maar dit is wel het gemakkelijkste toe te passen. Je moet niets aan je rig veranderen, gewoon een ander kleurtje erop, en hop! Dit is meestal goed om er nog snel een paar visjes uit te persen.
Let wel op: een andere kleur voor mensenogen is niet altijd hetzelfde als voor vissenogen. Tussen wit en geel bijvoorbeeld, zit nauwelijks verschil, of tussen oranje en rood, of tussen donkergroen met rode glitter en lichtbruin met rode glitter. Als je overschakelt, ga dan naar een compleet andere kleur. Bijvoorbeeld van een doorzichtige kleur naar iets heel donkers. Of van mat naar iets met veel glitter.
2: Verander je rig.
Als de loodkop uitgevist is, is er meestal nog genoeg vis te vangen op de dropshot. En daarna wordt het moeilijker, hele lichte loodkopjes en shakey heads geven ook een compleet andere actie, dat levert gewoonlijk nog wel wat extra vis op. En dan zijn er nog de speciallekes: neko rig, wacky rig, en een persoonlijke favoriet: de split shot rig. Texas en Carolina rig zijn ons inziens meer geschikt om dressuur aan te kweken dan om het te doorbreken 🙂 En de volgende speciale rig die uit Japan komt: die ook. Want in Japan hebben ze nog meer vissers voor nog minder vis dan hier, keiharde dressuur is daar heel gewoon.
3: Speel vals.
Levend aas is veel minder aan dressuur onderhevig dan kunstaas. Dropshotten met een worm werkt keigoed, fireballen ook.
4: Geurmiddel.
Het helpt.
5: Niet-alledaags kunstaas.
Kreeftjes, jigs, ned rigs, plomb palette,… Wat niet in de meeste kunstaasdozen zit, daar wordt geen dressuur op gekweekt.
6: Bevis onbevisbare plekken.
Ahja, want daar wordt niet gevist. Heel diep onder laaghangende overwelvingen en geboomte, tussen dichte begroeiing,… Al wat buiten werpbereik is, daar kruipt gedresseerde vis naartoe. Stekdressuur is ook dressuur.
7: Kom later nog eens terug.
Even de stek gerust laten doet soms wonderen, een half uurtje is soms al genoeg om terug in gang te geraken.
8. Finesse.
Dunne draad, kleine haakjes, klein aas, lichte gewichtjes. Het werkt absoluut, maar het helpt niet als er in de diepste holen en tussen de dikste planten moet gevist worden, dan speel je enorm veel materiaal kwijt. Veel weedless finesse materiaal is er nog niet op de markt.
9: Verander je presentatie/animatie.
Dit is nog sneller gebeurd dan tip #1, en werkt soms even goed…. … voor heel even. Snel en rechtlijnig vissen wil nog wel eens werken, en ‘dead sticking‘ ook. Dit betekent: kunstaas doodstil laten liggen, enkele seconden lang.
10: Zoek verse vis.
Als je alle dikke vis al gevangen hebt, kan je alle kleintjes nog eens vangen. Daar zijn er gewoonlijk meer van. Met een beetje waterkennis kan je in de herfst en lente ‘verzamelplaatsen’ vinden, waar soms maagdelijke vissen van heinde en verre naartoe komen gezwommen.
11. Zoek vers water.
Maagdelijke vis zit trouwens ook op maagdelijke waters. Op privéwaters en in beschermde natuurgebieden bijvoorbeeld. En soms kan een uitzondering gemaakt worden voor sympathieke en weidelijke vissers. Maar er zijn nog quasi maagdelijke waters die wel openbaar bevisbaar zijn: vele kleine waterlopen en beken waarvan de waterkwaliteit terug aanvaardbaar is, zijn soms juweeltjes!
Bonus tip: in gebieden waar weinig mensen wonen, wonen doorgaans ook weinig vissers.
12: Zoek een andere hobby.
Al de bovenstaande tips werken, maar geen enkele tip neemt het feit weg dat dressuur altijd maar erger en erger wordt. Erger nog: in zekere zin wordt het zelfs van generatie op generatie doorgegeven! That’s right, met langdurige wetenschappelijke studie is het aangetoond dat de eigenschap ‘moeilijk vangbaar zijn’ in DNA gecodeerd zit, en erfelijkheidsgewijs wordt doorgegeven. Dus zolang er gevist wordt, zal er dressuur zijn.