Vogels en panvissers zorgen ervoor dat specimens vangen in mijn lokale wateren moeilijk wordt. Maar wat er elke zomer wel overvloedig aanwezig is, is kleine vis. Een 0+ populatie, zoals de biologen het zo mooi noemen.
Micro-Fishing is de kunst van een zo klein mogelijk visje te vangen aan de hengel. Zoals alle andere rare ideeën, komt dit uit Japan.
Voor mij is het ‘m niet te doen om de eeuwenoude Japanese traditie, maar om het principe: er zwemt een vis, ik wil hem kunnen vangen.
Soms zijn ze gewoon onwetend en gulzig, en dan gaat het vanzelf.
Maar soms ook niet, en daarom kwam ik op het idee om stingertjes te gebruiken om de staartbijterij van de kleine visjes om te zetten in vis op de kant.
Het materiaal: een maat 18 haakje van Kamasan, en 4cm braid met een lusje rond de hoofdhaak.
Het stukje braid wordt met een rijgnaald door het lijf van de shad gevoerd. De braid is heel soepel, en beïnvloedt de actie van de shad niet.
Aan de waterkant: verrassingen!
Verrassing nummer 1: de staartbijters bleken de forsere exemplaren uit de school te zijn. Blijkbaar bijten de grotere vissen het voorzichtigst aan.
Verrassing nummer 2: de kleintjes worden desalniettemin gehaakt op de hoofdhaak. Dit is heel raar. Misschien schuwen ze weg van de staart en vallen ze in de plaats de kop aan.
Verrassing nummer 3: het gepruts bij onthaken en het in de weer hangen, valt heel goed mee. Op een sessie van 4 uur heb ik eigenlijk enkel mijn broek 1 keer ongewild gehaakt op de stinger.