Als je als stad cool wil zijn tegenwoordig, moet je zorgen voor een waterbeleving.
Onze steden zijn gebouwd aan rivieren, maar ergens in de vorige eeuw zorgden de rivieren voor zoveel overstromingen en geurhinder, dat rivieren omgelegd werden. In de stadskern werden ze dichtgestort en als parking gebruikt.
Die trend is nu omgekeerd, water in de stad is terug cool. De rivierbedding wordt terug opengelegd, netjes afgemaakt, er worden schotten geïnstalleerd met automatische peilcontrole, … en de vis is ook terug daar!
Dikwijls zit zo een stadskern na 1 jaar al vol vis, en deze zijn dan nog niet gedresseerd. En de aalscholver durft er ook niet goed komen, vanwege de drukte. Klinkt als een perfect plan voor een vakantiedag!
En als je op een boogscheut van een station woont, en op een boogscheut van een ander station gaat vissen,…
.. dan neem je gewoon de trein. Dit is echt een heel chillaxte manier om te gaan vissen: geen file, geen flitspalen, geen gesloten barelen,… en je komt de mensen hun achterhof eens te zien.
Ik ga streetfishen en ik neem mee:
- Draad en onderlijnen
- Plugs en spinners
- Shads
- Bokes
- Onthaaktang en meetlint
- Doosje met alles in: haken, lood,…
- Molen met 2 spoelen: groffe en fijne braid
- Geld voor drank
- Powerbank voor de telefoon
Bon, maar hoe zit dat met de waterbeleving?
Baars zit overal.
Stekelbaars is een soort die zich er weinig van aantrekt dat het water nog ruikt naar wasmiddel en rattenvergif. Spijtig dat ze niet groter worden, wat een vraatzuchtige roofvis zou dat zijn?
Rietvoorn? Hoort die thuis in de stad?
Giebel is ook zo’n overlever en pionierssoort.
“Zit hier vis, mijnheer?” is een vraag waar je wel op moet voorbereid zijn, je krijgt ze minimum 20 keer te horen.
Het feit dat de vissen in heelder scholen aan de oppervlakte zwemmen, is blijkbaar nog niemand opgevallen. Het blijft moeilijk te geloven, vis in een stadskern.
Maar hier zijn we voor gekomen: kopvoorn! Een witvis die denkt dat hij roofvis is. Een reuts met een brede smoel.
Maar dat statement van ‘nog geen dressuur’ gaan we moeten herzien. Al de aanwezige vissen zijn lijnschuw, en vreemd genoeg ook hengelschuw. Met de stok boven het water zwaaien is al genoeg om ze te verschrikken. Misschien zijn we niet de pionier die we dachten te zijn.
Net buiten het centrum komt nog zo’n jaap boven. Prachtige sportvis.
En op de terugweg naar het station: een snoekje. Heerlijk!