Of tips voor de panvissers! Wat is het nut van te gaan vissen, als je alles terugsmijt, right?
Via deze site krijgen de Catch-And-Release kunstaasvissers elke week tips, het is dus hoog tijd dat er iets gedaan wordt voor de panvissers. Dat zijn er tenslotte ook veel.
Tip 1: neem de grootste vis niet mee naar huis.
Als je de grootste snoek van een vijvertje wegvangt, kan het visbestand jaren lang uit balans geraken. Grote roofvis staat helemaal bovenaan de voedselpiramide, en houdt al de rest in bedwang. Niet alleen kleine vis trouwens, ook de kikkers, eenden, koeten, bodemwoelende vissen zoals brasems,… Dat kan echt het karakter van een vijver bepalen: de hoeveelheid voedsel, de helderheid van het water,…
Als je de grootste snoek of meerval wegvangt, kan het zijn dat je de volgende 5 jaren enkel kleine vis kan vangen, die niet eens in de pan passen. Zelfs grote baars wegvangen is lastig, want baars is kannibalistisch. De kans bestaat dat je dan superveel kleintjes in de plaats krijgt. Die dan weer voor voedsel concurreren met voorn. En als de voorn het slecht doet, krijg je misschien geen nieuwe grote snoek meer.
Als je niet snapt hoe een voedselpiramide werkt, kan je beter geen visser zijn.
Tip 2: zet snoekbaars groter dan 70cm terug.
Dit is hetzelfde, maar anders. De reden is anders: wetenschappers hebben vastgesteld dat de overgrote meerderheid van het snoekbaarsbroed afkomstig is van de echt grote snoekbaarzen. (70Cm en groter.) Grote snoekbaarsvrouwtjes produceren veel meer eieren, die ook nog eens meer vruchtbaar zijn.
Dus als alle grote snoekbaarzen in de diepvries liggen, wordt voortplanting heel heel moeilijk.
De grootste vissen zijn ook niet de lekkerste trouwens. Die zijn al wat ouder, dus minder sappig, en wat meer grondsmaak en giftige stoffen. Het is de middelmaat die het sappigste zijn.
Tip 3: hou je aan de wet.
Niet in de gesloten tijd, niet met levend aas ’s nachts, karper moet tussen 30 en 60cm zijn, maximaal 5 vissen, maximaal 3 snoekbaarzen,…
Als panvisser zijn er veel regels waar je je moet tussenwringen. Maar de wetten zijn er allemaal gekomen om een reden, dus je moet ze respecteren.
Gelukkig hebben de mannen van Natuur en Bos een mooi overzicht gemaakt.
Tip 4: ga eens op een betaalwater.
Je betaalt enkele euro’s, maar je vangt wel vis. En de vis is ook gegarandeerd eetbaar, en vrij van giftige stoffen. Dat zijn dingen die je van de openbare kanalen niet kan zeggen.
Forelputten zijn het beste voorbeeld: de vis wordt er vlak voor je voeten opgezet, goed uitgehongerd en helemaal opgekweekt. En moest het toch mis gaan: de cafetaria is altijd bij de hand 🙂
Het is in ieder geval een beter plan dan dagenlang zitten blanken aan het kanaal. Zonder pintjes.
Tip 5: Bereid je voor op een vroege dood.
Dit.
Dit zouden ze niet zeggen, als het niet waar zou zijn. In een artikel in Vislijn van 2018 klinkt het nog dramatischer: het gaat zeer slecht met de paling, en paling stapelt toxische stoffen op.
Dit is een algemeen fenomeen in vervuilde natuur: alle dieren krijgen PCB’s en pesticiden binnen, en kunnen die niet kwijtraken. Dus ze stapelen zich echt op bij de predatoren. Hoe hoger in de voedselketen, hoe groter de opstapeling.
Bij paling is dit effect het ergste: die zit continu op de bodem in de modder, en maakt grote vetreserves aan, waar de gifstoffen zich het hardst opstapelen. Maar het doet zich voor bij alle roofvissen. Roofvis eten is ongezond.
Ons water wordt elk jaar zuiverder, maar dat wil niet zeggen dat de vis eetbaar is. De vervuiling van de voorbije eeuw zit nog altijd in alle modder en sediment, en zal daar nog wel even blijven zitten. De kaart van Vlaanderen kleurt nog altijd helemaal rood als het op toxische stoffen aankomt.
Je zal niet sterven van 1 zelf gevangen vis op te eten. En van 2 ook niet. En van 3 ook niet. Maar wie elke week vis uit Vlaamse wateren eet, zou wel eens een paar jaar vroeger kunnen sterven. Of kanker krijgen. Dat wensen we niemand toe.