We geven het niet graag toe, maar nadelen zijn er ook.
- Minder werpprecisie. En dropshothengel zal nooit zo strak zijn als een jighengel, dus verre worpen zullen altijd gepaard gaan met enig gezwalp in de stok. Ook het feit dat lood en shad niet 1 geheel vormen maar apart bengelen, maakt van het wegzetten een zwiebelende bedoening.
- Iets meer weerstand, iets minder snelheid. Shad en lood vormen niet 1 gestroomlijnd geheel, maar 2 aparte objecten die door het water moeten ploegen. En dat voel je.
- Een voorslag of onderlijn is noodzakelijk. Pluggen of jigs zijn perfect aan een dunne braid te vissen. Dropshotten ‘braid rechtdoor’ zorgt ervoor dat de haak niet blijft staan. Meer zelfs: voor dropshot is een bepaalde stijfheid van fluorocarbon noodzakelijk. Bij lijndiktes van onder de 0.14mm of een te soepele of gladde onderlijn, valt de traditionele dropshotknoop soms uit mekaar.
Het zijn dingen om mee rekening te houden in geval van stroming, grote diepte, of lange werpafstanden.
Over puntje twee durf ik te twijfelen, maar dan gaat het eerder over de manier waarop je met loodkoppen en dropshot vist. Voor dropshot gebruik ik vaak kleinere aasjes dan voor hetzelfde gewicht met loodkoppen. Kleinere aasjes, minder weerstand. Aerodynamisch durf ik zelfs te denken dat het dropshotlood minder weerstand ervaart tijdens de vlucht.
Het grootste nadeel van dropshot is ineens ook het grootste voordeel: ter plekke blijven. Soms vinden vissen dropshot saai… en bijten ze liever in een snel passerende shad met loodkop. Vaak is het ook tegenovergesteld als de vissen wat passiever zijn. Dan kijken ze verbaasd naar een voorbijflitsende shad op de loodkop en bijten ze rustig in het aasje op de dropshot. De twee technieken vullen elkaar goed aan.